Mzungu of een van hen?! - Reisverslag uit Moshi, Tanzania van Teuntje Glee - WaarBenJij.nu Mzungu of een van hen?! - Reisverslag uit Moshi, Tanzania van Teuntje Glee - WaarBenJij.nu

Mzungu of een van hen?!

Door: Teuntje

Blijf op de hoogte en volg Teuntje

05 Maart 2010 | Tanzania, Moshi

Als afwisseling op kantoorwerk, veldwerk, Swahili leren en feestende en uit-eten-gaande geneeskunde studenten heb ik besloten om vrijwilligerswerk te gaan doen. Mijn zoektocht heeft via ‘Mkombozi Centre for Street Children’, een organisatie die zich bekommert om de straatkinderen in Moshi en waar ik op een doordeweekse dag maar even terug moest komen om met de ‘human resource manager’ te praten (nou zeg, het is slechts een lokale NGO en ik wil alleen maar vrijwilligerswerk doen), geleid naar ‘White Orange Youth Center’. Deze organisatie zet zich in voor een sterke generatie jongeren zonder HIV/AIDS. Mijn eerste dag als vrijwilliger was niet zo succesvol. Enigszins gefrustreerd door het lange wachten en het weinige dat ik kon doen kwam die dag gelukkig ook ten einde. Toch maakt het gezelschap van de kinderen veel goed. In hun gebrekkige Engels proberen ze met mij te praten en in mijn gebrekkige Swahili probeer ik de zinnen na te zeggen die zij me voorzeggen. Alleen het samenzijn met deze kinderen is al iets om van te genieten. ‘Pole, pole’, oftewel rustig aan, vind ik moeilijk. Ik ben gewend aan een bepaald (euh, hoog?) tempo en vind het moeilijk om het rustiger aan te doen. Vooral als ik niet concreet weet waarop ik wacht, wordt het erg moeilijk. Om mijn frustratie van het wachten van me af te zetten, heb ik de volgende dag een bezoek gebracht aan ‘Msamaria’, een organisatie die 64 straatkinderen opvangt. De kinderen slapen in stapelbedden met z’n achten op een kamer, moeten hun eigen was doen, moeten buiten naar de wc en lijken vrijwel geen speelgoed te hebben. Terwijl de meeste kinderen aan het dansen zijn bij het feest dat hoort bij de Kilimanjaro Marathon, geef ik mijn aandacht aan het handjevol kinderen dat achter is gebleven. Ze lijken blij te zijn met de aandacht. ‘Wat een goede tekst’ merkt Agricola, de docente die vanmiddag op de kinderen past, op als ze de tekst ‘Run for Health, Kick out AIDS’ achterop mijn shirt leest. Jammer genoeg zie ik door haar steenkool Engels geen kans hier echt een gesprek over aan te gaan. Amani, een vijftienjarige jongen, is het enige oudere kind dat niet uit zijn bol staat te gaan op de harde muziek die verderop wordt gedraaid. Als ik daarnaar vraag, vertelt hij dat hij van tekenen houdt. Vooral bergen, hutten, Masaai en bomen vindt hij leuk om te tekenen en later wil hij graag tekenaar worden. En nu wil hij een tekening voor mij maken. Als zijn tekening klaar is, maak ik er een voor hem. Als ik erboven schrijf ‘Dear Amani, Hope you will be a great painter one day’ begint zijn gezicht te stralen en zijn ogen te twinkelen. Ik hoop echt dat hij zijn droom waar kan maken.

Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat niet alle studenten alleen maar aan het lamballen en feesten zijn. Er zijn meer studenten die in hun vrije tijd wel eens een balletje trappen of een kaartspelletje spelen met kinderen in één van de weeshuizen die Moshi ‘rijk’ is. Zo heb ik tijdens mijn eerste weekend Beth vergezeld naar het ‘Moshi Christian Children’s Center’ waar ze op zondagmiddag met de kinderen speelt. Als we aankomen op het loeiwarme grasveldje met speeltoestellen, speelt er al een groepje kinderen. Twee meiden zitten samen op één schommel, een paar jongens zijn aan het voetballen en een groepje kinderen zit in de schaduw een kaartspel te spelen. Het kaartspel ziet er erg ingewikkeld uit, maar, ondanks mijn verlies, blijkt dat later best mee te vallen. Een paar meisjes zijn hun ‘huis’ aan het inrichten. Een van de meisjes heeft haar pop onder haar shirt op haar rug gestopt en is met een paar takken de vloer aan het vegen. Als finishing touch worden een paar bloeiende takken afgebroken en in het huis opgehangen. Het is leuk om te zien hoe cultuur invloed heeft op het spelen van de kinderen. Ik heb in ieder geval in Nederland nog nooit een kind met een pop op de rug gebonden en met takken het huis zien vegen…

Ik ben weer aan het koken geslagen. Na anderhalve week rijst met bonen en groente, omelet met friet, ‘kitumbua’ en venijnige steken in mijn buik, heb ik maar besloten de beperkingen van de keuken voor lief te nemen en toch mijn eigen maaltjes te gaan koken. Zonder kookboek, zonder pakjes van het soort ‘alleen water toevoegen’ en met beperkte keus aan ingrediënten in de winkel maar met veel (dezelfde) groente op de markt, vergt dit nogal wat van mijn eigen creativiteit. Om het ‘één-messenprobleem’ maar snel op te lossen heb ik zelf maar het een en ander aangeschaft. Als ik wacht tot in het Afrikaanse tempo hier wat aan de keukeninventaris is gedaan, zal mijn eerste cake misschien in de oven staan als ik weer in het vliegtuig terug naar huis zit. Nu zette ik mijn eerste cake in de oven op het moment dat de stroom uitviel. Helaas geen cake die avond, want onze oven werkt op elektriciteit. Gelukkig voel ik me weer als een vis in het water, nu ik weer meer groenten dan rijst en bonen kan eten. En als ik een tas vol groente op bij een stalletje aan de kant van de weg heb gekocht en nog geen euro uit heb gegeven, kan mijn dag helemaal niet meer stuk.

Lilian, een Engelse vrouw ‘op leeftijd’ die in het ziekenhuis een cursus geeft aan verpleegsters, woont zes dagen bij mij in huis. Ze heeft voor drie weken proviand meegenomen van huis. Ik kijk niet meer raar op als er uit de keuken komt: ‘Kan ik brownies voor je maken?’, ‘wil je een mueslireep?’ of ‘heb je zin in broodjes?’. Ik vind het maar raar om mee te maken: juist nu ik probeer me hier te settelen en te koken met de ingrediënten die hier te krijgen zijn, brengt zij juist het eten mee waaraan ze gewend is. Zij heeft het ‘voordeel’ dat ze hier slechts zes dagen is, maar zelfs dan zou ik het lokale eten uit willen proberen. Toch hoor je mij niet klagen als iemand brownies wil bakken :). Helaas vliegt de tijd en is Lilian alweer vertrokken. Ik nu toch echt zelf de lekkernijen klaar gaan maken.

Het centrum van Moshi ligt ongeveer acht kilometer van het ziekenhuis. Naar de stad gaan is al een belevenis op zich. Om Tanzania te beleven heb je niet een beklimming van de Kilimanjaro nodig. De daladala’s, de kleine busjes waar de meeste Tanzanianen mee reizen, rijden af en aan. In de busjes is ongeveer zitplaats voor 21 mensen. Dan zit je stevig ingeklemd tussen je medepassagiers en zijn gordels, als die er al zouden zijn, onnodig omdat je toch geen beweegruimte hebt. Met een beetje pech en een paar stevige dames om je heen, kun je misschien beter een staplaats dan een zitplaats hebben. De reis van het centrum terug naar het ziekenhuis is vaak erg druk. Het is dan dringen geblazen om een plaatsje in de daladala te bemachtigen, en het komt ook vaker dan eens voor dat ik meerdere daladala’s voorbij moet laten gaan voor ik me naar binnen kan werken. Als ik eenmaal ingestapt ben en denk dat ik de laatste ben die erin past, wurmen zich nog vijf mensen na mij naar binnen. Met passagiers die stevig tegen elkaar aan worden gedrukt en met enkele reizigers die uit de open deur hangen, zet het busje zich dan in beweging. De busjes zijn van het kaliber dat in Nederland tien jaar geleden al afgekeurd zouden zijn en al jaren op een schroothoop hun laatste rustplaats zouden hebben gevonden. Wanneer de jongen die uit de deur hangt en het busje laat stoppen en doorrijden een handvol muntjes voor mijn hoofd heen en weer zwaait, weet ik dat het tijd is om te betalen. Dat is meestal pas het geval wanneer halverwege de rit er steeds meer mensen uitstappen en de ruimte om adem te halen en te bewegen wat toeneemt. Gelaten onderga ik de hitte en de rit. Het is een hele belevenis, maar behalve dat ook vooral de belangrijkste transportmogelijkheid en daarmee een onvermijdelijke gebeurtenis.

Behalve de daladala, is de benenwagen een populair vervoersmiddel. Fietsen worden vooral voor goederentransport gebruikt (of beter gezegd: misbruikt). Hout, gras of frisdrankkratten zijn torenhoog opgestapeld zodat een lading die de berijder overstijgt eerder regel dan uitzondering lijkt. Als Nederlander ben ik natuurlijk gewend aan mijn fiets en na een overtuigende speech van Goke, die al fietsend boeren bezoekt om te interviewen en zelfs in haar vrije tijd op de fiets springt, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en besloten ook een fiets te kopen. Op een mooie namiddag ga ik in gezelschap van Goke op jacht naar een goede fiets. Als ervaringsexpert, die zelf alle fietsenzaken van Moshi langs is geweest toen ze op zoek was naar een fiets, is zij de perfecte persoon om me op dit avontuur te vergezellen. Aangekomen bij, volgens haar de beste fietsenzaak van Moshi, kon ik dat er niet direct aan afzien. Een hokje van zo’n tien vierkante meter met felblauwe deuren waarin twee rijen fietsen boven elkaar stonden die er niet uitzagen alsof ze kortgeleden daar neer waren gezet. Toch schijnt een tweedehands fiets een betere keus te zijn dan een nieuw exemplaar: het tweedehandsje heeft het al even volgehouden en zal het vast ook nog wel even volhouden, terwijl al het nieuwe dat uit China komt niet te vertrouwen is. Hier in Tanzania worden niet de opgeknapte tweedehands fietsen te koop aangeboden, maar staan die fietsen waaraan nog gesleuteld moet worden op straat om verkocht te worden. Als ik de zwarte mountainbike wil bekijken, houdt dat in dat we even geduld moeten hebben. Er moeten nog wat tandwielen recht geslagen worden en hier en daar wordt een dopje olie leeggegoten, voor de fiets klaar is voor een testrit, waarna er ook nog het nodige gesleuteld moet worden. Aangezien ik niet met de eerste de beste genoegen neem, herhaalt dit verhaal zich nog een keer. Uiteindelijk valt mijn keus op een luxe witte mountainbike. Het achterspatbord wordt van een andere fiets gehaald en op de mijne gemonteerd, zodat de verkopers straks weer wat te sleutelen hebben bij de volgende klant. Dolblij als een klein kind met een nieuwe fiets sta ik anderhalf uur later weer buiten (voor zover we dat de laatste anderhalf uur nog niet stonden), een tweedehands fiets en een ervaring rijker en 165,000 shilling armer. Aan mijn euforie komt op dag drie van mij en mijn nieuwe fiets abrupt een einde, als ik onderweg merk dat iemand mijn remkabel los heeft gemaakt. Met de heuvels hier en het onbezonnen gedrag op de weg, zijn twee goede remmen geen overbodige luxe. ‘Tanzanianen zijn niet te vertrouwen’ en ‘misschien willen ze je wel niet hier’ zegt een klein stemmetje in mijn hoofd. Gelukkig buldert daaroverheen de stem dat ik me niet door zo’n akkefietje van de wijs moet laten brengen. Het is maar één persoon geweest en misschien is er niets anders dan jaloezie in het spel geweest. Als de ‘fungi’, klusjesman, mijn remkabel als daad van liefdadigheid weer heeft vastgezet, fiets ik weer fluitend verder. Ook al zal ik wel even mijn remmen checken nadat ik mijn fiets weer ergens geparkeerd heb.

Zondagochtend om kwart over zeven is het al een drukte van jewelste. De muziek schalt hard door de luidsprekers en de dansers op de vrachtwagen die de afgelopen week al dansend door Moshi reden om de in aantocht zijnde marathon aan te kondigen, staan zich alweer uit te sloven. Nadat de lopers van de hele en halve marathon zijn vertrokken, is het nu de beurt aan diegenen die de vijf kilometer variant van de Kilimanjaro Marathon lopen. Ook wel de ‘fun run’ genoemd. En het was ‘fun’. Jong en oud, lopend en wandelend, getraind en ongetraind, op blote voeten of met hardloopschoenen: iedereen kon meedoen. Het drukke leven op straat lijkt even tot stilstand te zijn gekomen. Het lijkt alsof de film is stilgezet en de renners en ik de enigen zijn die door dit stilgezette beeld voortbewegen. Midden op de rotonde is een volle bus tot stilstand gekomen en alle passagiers staren vol interesse uit het raam. In plaats van dat ik het Tanzaniaanse straatleven bekijk, ben ik nu onderdeel geworden van het spektakel dat met aandacht wordt gevolgd door de Tanzanianen zelf. Zonder mijn hardloopschoenen, zonder oefenen en in de hitte, heb ik mijn vijf kilometer volbracht. De straaltjes zweet die over mijn armen, rug en benen liepen mochten de pret niet drukken. Ik ben bij de eerste 2500 deelnemers geëindigd. Ik heb geen idee hoeveel er meededen, maar het klinkt wel stoer. Maar los van de prestatie op zich, was deelname een belevenis. Om even geen ‘mzungu’ te zijn, maar gewoon één van hen. Iedereen is met hetzelfde bezig: het volbrengen van de tocht. Niemand die me vraagt of ik schilderijen wil kopen, geen kinderen die commanderen ‘give me water’, maar gewoon één te zijn en allemaal naar hetzelfde doel onderweg te zijn. Het schept een band. Een band die onder ‘gewone’ omstandigheden misschien wel niet mogelijk is, maar vandaag even wel. Als ik terugloop naar de compound, stopt een auto naast mij om mij een lift te geven. Alle waarschuwingen over liften schieten door mijn hoofd als ik instap. De chauffeur draagt het t-shirt van de halve marathon, en omdat mijn blauwe tas verraadt dat ik ook heb hardgelopen, wil hij daar natuurlijk het fijne van weten. Even later wordt ik netjes bij de compound afgezet.

Het is hetzelfde gevoel dan wanneer ik op mijn fiets door de stad fiets. Ik hoor het wel, wanneer ze het over de ‘mzungu op de fiets hebben’ en ik moet glimlachen. De manier waarop mensen naar me kijken als ik op mijn fiets zit is anders. Het lijkt alsof de afstand tussen hen en mij kleiner wordt. Dat ik me op de fiets verplaats, maakt dat ik makkelijk aanspreekbaar ben voor hen die ook op de fiets onderweg zijn en laat zien dat ik geen toerist ben. Dat scheelt me in ieder geval een paar verkopers die normaal gesproken als vliegen op je afzwermen op het moment dat je er ook maar enigszins uitziet als toerist.

  • 05 Maart 2010 - 08:38

    Jorieke:

    Hey Teun,

    Wat een verhalen! Stoer dat je een fiets hebt gekocht, hoop dat je er lang van kunt genieten! Haha, en een stukje marathon gelopen, druk bezig dus!

    Hoe gaat het in het ziekenhuis? Heb je al wat interviews binnen?

    Liefs, Jorieke

  • 05 Maart 2010 - 09:53

    Marjanne:

    Ha Teun,

    Mooie verhalen! Erg leuk om te horen hoe je relatie is tot de bevolking. Ik wens je veel geduld, vast een goede les;)

    Marjanne

  • 05 Maart 2010 - 10:16

    Hieke:

    Hoi Teun!

    Erg leuk weer een verhaal van je te lezen!
    Veel plezier en succes!

    xx Hieke

  • 05 Maart 2010 - 10:54

    Jan:

    Hey zus,

    Ik heb even snel de eerste helft van het verhaal gelezen, klinkt interessant! Wij hebben nu even pauze tussen de lezingen. Het is hier erg mooi in Porto. Mooie stad, mooi weer gehad, luxe hotel en een interessant programma. De school zit hier ongeveer 2 km van het hotel en er zijn studenten uit Spanje, Litouwen, Romenië, België en Portugal. We zijn woensdag naar een groot windmolenpark in het noorden van Portugal geweest op ongeveer 1000 meter hoogte. Gisteren hebben we onze presentatie gehouden en verder zijn het wat interessante lezingen en excursies enzo. Zondag hebben we volgens mij nog sightseeing enzo.

    Nou, veel plezier nog en de groeten uit Porto!

    Jan


  • 05 Maart 2010 - 10:58

    Broer:

    O ja, en die feestende geneeskundestudenten moet je gewoon aan meedoen hoor; hier is het ook elke avond feest!:D

  • 05 Maart 2010 - 11:00

    Sjouke:

    Hallooo Teuntje!

    Dus meteen maar even 5 kilometer rennen in de hitte... heb je die ervaring maar weer binnen. :-)
    Ben benieuwd naar de eerste foto waar je op de fiets voorbij raast in de chaotische straten daar.. ;-)

    Leafs,
    Sjouke

  • 05 Maart 2010 - 11:36

    Maa*ke:

    Hey Teun,

    Moaie ferhalen, krekt wat. Gelokkich hast der in fiets, dan is it hast krekt as hjir :p

    Auf wiederhören!

    Groet, Maaike

  • 05 Maart 2010 - 11:51

    Michelle:

    Hoi Teuntje,

    Leuk om te lezen. Fijn dat je een fiets hebt en je het gevoel krijgt dat je af en toe ietsje dichter bij de Tanzanianen komt te staan.

    En ik ben benieuwd of er nog een keer een lekkere cake uit je oventje gaat komen! :)

    Liefs, Michelle

  • 07 Maart 2010 - 11:09

    Germ Anne:

    Leuk om al je verhalen te lezen, respect! Het meeste is voor mij heel herkenbaar en brengt een hoop goede herinneringen aan Malawi terug. Geniet van al het mooie en onverwachte wat je nog te wachten staat!

  • 08 Maart 2010 - 14:09

    Nicolien:

    JO Teuntje!!!

    Wat een stoere fiets zeg:) Mooie foto's ook weer:) Wat leuk zeg dat je ook vrijwilligerswerk gaat doen:D!! Waar is dat shirt trouwens van die je aan had waar op stond "Run for Health, Kick out AIDS"?
    Ook echt super dat je hebt meegedaan aan die marathon! Wel leuk dat er ook andere internationalen om je heen zijn!

    nic

  • 09 Maart 2010 - 10:54

    Marieke B:

    Hoi Teuntje,

    Ik heb je verhalen bewaard voor een lekkere vrije dag als vandaag en ze waren weer de moeite waard om even voor te gaan zitten. Erg leuk om zo een kijkje t nemen in je leventje ver weg. Leuk dat je er zo lekker je eigen draai aan kunt geven en lekker aan het koken en fietsen bent.
    Je schrijfstijl is (nog steeds) erg fijn, ik zo zou een heel boek van je leven als dat er was.

    Liefs, Marieke

  • 09 Maart 2010 - 22:01

    Gerlanda:

    Hee Teuntje,

    Leuk verhaal en foto's :)
    Gelijk daar de marathon maar even gelopen, netjes hoor!

    groetjes,
    Gerlanda

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Teuntje

Voor de master international development studies aan Wageningen Universiteit zal ik ongeveer vier maanden stage lopen bij Dorcas. Het grootste deel van de tijd zal ik doorbrengen bij de projecten die zij doen in Zuid Afrika. Ik zal me bezighouden met projecten over HIV/AIDS en het communicatiemateriaal dat daarbij gebruikt wordt.

Actief sinds 30 Maart 2008
Verslag gelezen: 270
Totaal aantal bezoekers 36060

Voorgaande reizen:

24 Februari 2014 - 24 Februari 2014

Werken in Zuid Soedan

16 Februari 2010 - 23 Juli 2010

Weer naar Afrika

23 Augustus 2008 - 14 December 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: