Op veler verzoek: Aan het werk :-) - Reisverslag uit Moshi, Tanzania van Teuntje Glee - WaarBenJij.nu Op veler verzoek: Aan het werk :-) - Reisverslag uit Moshi, Tanzania van Teuntje Glee - WaarBenJij.nu

Op veler verzoek: Aan het werk :-)

Door: Teuntje

Blijf op de hoogte en volg Teuntje

12 April 2010 | Tanzania, Moshi

Het is vrijdagmiddag en reden voor een feestje. Niet zomaar een feestje, omdat het weekend is begonnen. Nee, vandaag is de 159e patiënt geïnterviewd, wat betekent dat we klaar zijn met de inclusie van de patiënten. Het zijn drie zware weken geweest, maar bovenal is er de euforie. Dit eerste mijlpaal is boven verwachting snel behaald. Horrorscenario’s van onbegaanbare wegen door modderstromen, onbetrouwbare chauffeurs en patiënten die massaal het planten van de gewassen verkiezen boven het ziekenhuisbezoek zijn gelukkig geen werkelijkheid geworden. ‘Dit hebben we niet zelf gedaan’, aldus mijn collega die een bord patat met kip naar binnen werkt in de kantine van het ziekenhuis, ‘zonder de hulp van God was dit niet gelukt’. Met of zonder God, ik weet in ieder geval dat we ook allemaal heel hard hebben gewerkt. Ik kan, de komende twee weken, geen vragenlijst meer zien. Daarna begint het hele verhaal weer van voor af aan. Dan zullen de patiënten terugkomen, zullen ‘data managers’ niet weten hoe ze de pillen moeten tellen en de formulieren in moeten vullen, zullen de apothekers weer lachend hun fouten rechtbreien en zal ik weer met problemen geconfronteerd worden die ik nu nog niet kan voorzien. Je moet er maar zin in hebben…

Eindelijk zijn we dan op weg. Met een auto vol getrainde interviewers, vragenlijsten en pillenpotjes zijn we onderweg naar Kilema Hospital. Een van de twee ziekenhuizen waar het onderzoek gedaan wordt. Na maanden van voorbereiding, literatuurstudie, discussie, kantoorwerk, training, en nog meer discussie, is het dan eindelijk zover. Het moment waar ik zolang naar uitgekeken heb, van gedroomd heb en dat ik verwacht had weken geleden al te beleven is dan toch eindelijk aangebroken: onze eerste ‘veldwerk-dag’.

Op kantoor hebben we bedacht hoe het onderzoek gedaan moet worden. We hebben gespeculeerd en plannen gemaakt. Hoe leuk het veldwerk ook is, het is ook erg spannend. Op kantoor kan er weinig fout gaan, maar eenmaal echt met de patiënten aan het werk des te meer. Er staat veel op het spel. Alle voorbereidingen moeten nu hun vruchten af gaan werpen.

De eerste dag is wennen. Alles is nieuw. Heeft iedereen begrepen wat hij of zij moet doen? Hoe gaan we in de praktijk brengen wat we bedacht hebben? Eenmaal aan het werk komen de onverwachte problemen om de hoek kijken. De verpleegsters geven de patiënten toch niet zoveel pillen mee dan ze ons in eerste instantie hebben verteld. Als ik ze daarop aanspreek, barsten ze in uit in gegiechel. Ik ben bang dat ze hun werk niet zo serieus nemen als ze zouden moeten. Mensen een verkeerde hoeveelheid medicijnen geven, vind ik, zacht uitgedrukt, nogal onzorgvuldig. Het gegiebel schiet mij in het verkeerde keelgat, maar ik probeer uiterlijk onaangedaan nogmaals uit te leggen hoe ik het graag wil zien. Met weinig vertrouwen dat het beter zal gaan, loop ik even later terug naar mijn bureau. Maar mijn zorgen blijken ongegrond. De dames pikken het goed op en geven de rest van de dag consistente hoeveelheden pillen aan de patiënten, genoeg tot hun volgende afspraak. De eerste kleine overwinning kan gevierd worden.

Mijn plaats in Kilema is op het kantoor waar de gegevens van de patiënten worden genoteerd voordat ze de dokter zien. Er staat een ouderwetse weegschaal waarvan de wijzer standaard drie kilo aanwijst, ook wanneer er niemand op staat, en er liggen stapels patiëntendossiers. Tussen alle paperassen heb ik een tafel gevonden, die ik me dinsdags en vrijdags toe-eigen. Ik zie veel mensen voorbij komen, maar merk velen nauwelijks op. Geconcentreerd ben ik vragenlijsten aan het controleren en data aan het invoeren. Maar soms vallen patiënten op. Zoals het kleine jochie dat een keel opzet als hij mij ziet zitten. Een ‘mzungu’. Hij hoeft mijn kant maar op te kijken of de volumeknop gaat weer open. ‘Ik ga wel even uit beeld’, zeg ik lachend terwijl ik de gang op loop, waarop het kind direct zijn mond houdt. We kunnen er gelukkig allemaal om lachen. ‘Het kind heeft nog nooit een mzungu gezien,’ is de verklaring die gegeven wordt. Hoeveel kinderen zijn er in Nederland niet bang voor zwarte piet?

In afwachting van patiënten, hangt en zit het hele onderzoeksteam wat rond. Onderweg naar Kilema zag ik lange rijen vrouwen, met een hak of tas op hun hoofd, allemaal op weg naar hun velden. Nu de eerste hevige regens zijn gevallen, is het tijd om het land te bewerken en de gewassen in te zaaien. Overal wordt met man en macht gewerkt op het land. Niet alleen vrouwen, maar ook mannen en kinderen zie ik met de voeten in de modder staan. Ondertussen vraag ik me af of de kinderen niet naar school hoeven. Misschien hebben ze hier wel ‘regentijd-vrij’ of ‘plant-vrij’ zoals wij ijsvrij hebben. Zelfs later in de ochtend blijft het erg rustig in Kilema. Vandaag geen zorgen over ziek zijn en medicijnen, maar zorgen over de landbouw die cruciaal is voor veel mensen voor de voedselvoorziening van het komende jaar. Ik weet hoe belangrijk het is dat de medicijnen elke dag op tijd genomen worden, en misschien dat ze zich daar zelf ook wel van bewust zijn, maar voedsel is voor zichzelf en hun familie minstens zo belangrijk. Zonder voedsel kan niemand leven. Medicijnen moeten met eten genomen worden, dus misschien is het zo’n slecht idee nog niet om eerst eten te verbouwen en pillen die op de tweede plaats komen. Maar hoe begrijpelijk de keuze van de patiënten ook is, wij zitten met z’n allen de hele dag te wachten op patiënten die niet komen. ‘Je moet je niet zo druk maken over een rustige dag’, aldus mijn collega. Maar ik neem aan dat het planten langer duurt dan vandaag en ik zie de bui al hangen: een planning die in het honderd loopt en logistieke problemen van hier tot Dar es Salaam.

Het invoeren van de vragenlijsten is nogal geestdodend werk. Verstand op nul en geconcentreerd alle antwoorden naar een SPSS bestand kopiëren, zodat er te zijner tijd statistische berekeningen op los gelaten kunnen worden. Maar soms komt mijn hoofd even van de automatische piloot. Zoals bij die vragenlijst waar een man negentien kinderen heeft. Of die waar een vrouw drie tweelingen en twee drielingen heeft. Of de zoveelste vragenlijst waar het beroep ‘small business’ of ‘farmer’ is. Dan realiseer ik me weer dat dit de man of vrouw is waarbij ik op straat mijn bananen koop of die ik vanuit de verte met gebogen rug in de brandende zon het land zie bewerken. Het zijn de gewone mensen die het virus bij zich dragen.

Tussen het pillen in zakjes en potjes doen door, hebben de dames die de medicijnen uitdelen ook nog tijd om te onderhandelen over de prijs van de avocado’s die de oudere vrouw in een grote emmer midden in de kleine ruimte heeft gezet. Dwars tussen alle patiënten en werkzaamheden door verkoopt ze de avocado’s. ‘Wil je ook paratsjitji, avocado?’ vraagt ze aan mij als ze ziet dat ik haar bekijk, ‘kost maar honderd shilling’. Terwijl ik haar avocado’s kritisch bekijk, kletst ze maar door: ‘Je krijgt er twee, want je bent mijn klant. Twee kosten tweehonderd shillings. Ik moet mijn koopwaar wel een beetje aanprijzen hè?’ Een glimlach trekt over mijn gezicht, ‘ik krijg er dus helemaal geen twee, ik koop er twee’ denk ik bij mezelf, maar laat het vrouwtje in de waan. ‘Eentje is genoeg, want ik ben maar alleen’ leg ik haar uit. Ik zie haar even later weg schuifelen tussen de wachtende patiënten door.

Het is zoveel makkelijker om zonder woorden contact met kinderen te maken dan met volwassenen. Kinderen zitten (nog) niet vast in patronen van hoe het moet en hoe het hoort te gaan. Ze zijn nieuwsgierig en staan open voor contact met andere mensen. Ook als die andere mensen mzungu’s zijn, en zijn niet bang om van verre ‘mzungu’ te roepen en me achterna te rennen. Met mijn goed opgeleide en Engels sprekende collega’s verloopt het contact een stuk stroever en gecompliceerder dan met deze kinderen waarmee ik nauwelijks drie woorden kan wisselen. Een glimlach, een paar stuntelige woorden en handgebaren en natuurlijk mijn witte huidje zijn genoeg.

‘Kan ik trouwen, ondanks dat ik HIV heb?’, ‘Hoe lang moet ik deze medicijnen nemen?’, ‘Genezen deze medicijnen HIV?’ of ‘Kan ik alcohol drinken terwijl ik deze medicijnen gebruik?’. Het is slechts een kleine greep uit de reacties die verschijnen in de sectie met ruimte voor vragen en opmerkingen van de patiënt. Af en toe verschijnt er een vraag over het onderzoek, ‘waarom dit soort vragen’ en ‘wat levert het onderzoek ons op’ en soms een directe vraag voor financiële steun. Maar vaker zijn het onduidelijkheden rond het gebruik van de medicijnen en de mogelijkheden van het leven met medicijnen. Ik ben verbaasd. Dit is toch het soort vragen die bij de dokter thuis horen en waar de dokter aandacht aan hoort te besteden?

Met mijn steenkool-Swahili probeer ik de gegevens van de patiënten in de computer in te voeren en het deksel van hun pillenpot waar een chip in zit te lezen. Vloeiend gaat het niet, maar ik heb genoeg woorden opgevangen de afgelopen weken om gedaan te krijgen wat ik wil. ‘Namba sim’, ‘kardi hospitali’ en ‘chupo’ in combinatie met een glimlach leveren vaak op wat ik wil: het telefoonnummer, de patiëntkaart en het pillenpotje. Als ik voor de zoveelste keer aan mijn collega vraag iets voor me te vertalen levert me dat het commentaar op: ‘Je moet Swahili leren’. Maar als iedereen druk aan het werk is en er lacherig en onwillig wordt gedaan als ik vraag om mij bepaalde woorden of zinnen in het Swahili te vertalen, is dat makkelijker gezegd dan gedaan. De bereidwilligheid om Swahili te leren moet van twee kanten komen. Ik ben bereid om te leren, om fouten te maken en om vragen te stellen. Maar mijn omgeving is minder bereid om voor me te vertalen of langzaam te spreken. ‘Je moet Swahili leren’ klinkt mij als een veroordeling in de oren. Ik snap ook wel dat het handiger zou zijn als ik Swahili zou spreken, maar om mij als vervelende stoorzender te benaderen vind ik ook niet helemaal eerlijk. Als mzungu, fris en fruitig geïmporteerd uit Europa, is slecht Swahili te verwachten. Er is tijd en moeite voor nodig om dat te veranderen. ‘Help me om het te leren’, zal ik de volgende keer zeggen als iemand weer commentaar heeft, ‘of leer Nederlands, of Fries, nog beter, zodat ik vloeiend met je kan communiceren’.

Maar gelukkig is, ondanks alle ups en downs, de eerste fase van het onderzoek nu met succes afgerond. Vrijdag komt de eerste patiënt weer terug voor het eerste herhalingsbezoek en begint het hele liedje dus weer van voor af aan. Dus, wordt vervolgt…

  • 12 April 2010 - 06:35

    Rixt:

    Hej Teuntje!
    Oh, ik krij al hielendal nocht om sels nei Tanzania tein gean! Wat in moaie ferhalen! En grappig ek, dasto einliks it selde beleefst as ik foarig jier hie yn Ghana. Toen gong ik ek op outreach foar myn undersyk nei malaria. Dat binne de moaiste herinneringen en der haw ik it measte fan leart. Geniet der mar lekker fan! Spittich dat we mekoar krekt misrinne (en dat ik yn Dar es Salaam wurkje en net yn it moaie noorden).
    Groetjes Rixt

  • 12 April 2010 - 06:49

    Jorieke:

    Hey meis,

    Wat heb je mooie foto's gemaakt! En wat fijn dat het goed gaat met het onderzoek! Ik hoop echt voor je dat er wat nuttigs uit gaat komen. Wel leuk om te horen hoe je werk allemaal gaat, dat je een beeld krijgt van waar je mee bezig bent.

    Veel succes met de volgende ronde enquetes!

    Liefs, Jorieke

  • 12 April 2010 - 07:23

    Germ Anne:

    Leuk om je verhaal te lezen, mooie foto's ook! Hier in Nederland gaat alles zijn gangetje. Wat werken betreft hetzelfde als daar: gegevens invoeren en SPSS'en. Helaas dus in een iets minder spannende omgeving...

  • 12 April 2010 - 08:25

    Pauline:

    Hoi Teuntje!

    Goed om te lezen dat de eerste fase van je onderzoek in ieder geval goed verlopen is, hopen dat de tweede ronde net zo goed gaat :). En supermooie foto's ook, leuk om te zien!
    Hier in Engeland is ook alles goed, ben vanaf vorige week ook met mijn data bezig, dus ook lekker aan het spssen! A.s. donderdag ga ik met een huisgenootje lekker een dagje naar London en over 1,5 week komt mijn zus al op bezoek :), genoeg leuke dingen om naar uit te kijken dus.

    Meid, succes nog daar en ik lees je volgende verhaaltje weer!

    Liefs Pauline

  • 12 April 2010 - 08:39

    Geartsje:

    Hey Teun,

    Leuk om te lezen wat je allemaal hebt gedaan 'aan het werk';) Gelukkig dat de mijlpaal zo snel is bereikt! Wel vervelend dat je collega's bijna van je eisen dat je Swahili leert, maar je daarbij niet optimaal willen helpen :( Dan schiet t natuurlijk niet op he! Ik zou zeggen; ga maar van ze eisen dat ze fries gaan leren haha! Kan me goed voorstellen dat het contact met kinderen veel gemakkelijker (en daarom leuker) is dan het contact met volwassenen. Daar kun je moeilijk naar gaan lachen en een aai over de bol geven ;)

    Veel succes en plezier met het behalen van de volgende mijlpa(a)l(en)!

    Liefs Geartsje

    PS: haha, SPSS: dat doet me weer denken aan ons donoronderzoek van 5 jaar geleden!

  • 13 April 2010 - 02:55

    Marjanne:

    Ha Teuntje!

    Doin' wel, SPSS! ;) Super mooi dat je echte veldwerk zo goed gaat! En je maakt mooie foto's, daar ben ik dol op! Heel erg veel succes met je werk!

    Groet, Marjanne

  • 13 April 2010 - 17:36

    Tineke:

    Hééé Nicht!

    Hoe gaat het daar? Heb je het naar je zin? Ik begrijp best dan het soms moeilijk is de mensen daar iets in het verstand te brengen. Maar dat ze het uiteindelijk toch wel begrijpen en dit ook in de praktijk brengen geeft natuurlijk veel voldoening.

    Het is de bedoeling dat bepaalde 'duurzame' methodes meekrijgen, waardoor ze zich op (lange) termijn verder kunnen ontwikkelen.

    Mooie foto's gemaakt trouwens. De temperatuur is hopelijk nog wel aardig uit te houden, want daar ben je wel gauw gevoelig voor, toch? Een sterke factor zonnebrandolie verricht wonderen...

    Ik hoop dat je verder nog een hele leuke en leerzame periode hebt en we zien elkaar vast wel weer op je vader zijn verjaardag!

    De groetjes ;-)
    je nicht Tineke

  • 14 April 2010 - 14:15

    Nicolien:

    wauw...wat een mooie foto's!! En wauw wat een indrukwekkend onderzoek ben je aan het doen!! Bij jou klinkt het allemaal wel heel echt zeg!!
    Veel succes en plezier er verder nog mee!! Ik mis trouwens een verslagje over je paasdagen in de bergen; ben ik ook wel benieuwd naar;)

    xnic

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Teuntje

Voor de master international development studies aan Wageningen Universiteit zal ik ongeveer vier maanden stage lopen bij Dorcas. Het grootste deel van de tijd zal ik doorbrengen bij de projecten die zij doen in Zuid Afrika. Ik zal me bezighouden met projecten over HIV/AIDS en het communicatiemateriaal dat daarbij gebruikt wordt.

Actief sinds 30 Maart 2008
Verslag gelezen: 561
Totaal aantal bezoekers 36059

Voorgaande reizen:

24 Februari 2014 - 24 Februari 2014

Werken in Zuid Soedan

16 Februari 2010 - 23 Juli 2010

Weer naar Afrika

23 Augustus 2008 - 14 December 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: