Omdat ik niet in een plaggenhut zit... - Reisverslag uit Moshi, Tanzania van Teuntje Glee - WaarBenJij.nu Omdat ik niet in een plaggenhut zit... - Reisverslag uit Moshi, Tanzania van Teuntje Glee - WaarBenJij.nu

Omdat ik niet in een plaggenhut zit...

Door: Teuntje

Blijf op de hoogte en volg Teuntje

15 Juni 2010 | Tanzania, Moshi

‘Misschien zit je in een plaggenhut’ stond er in de mail die ik van waarbenjij.nu staf kreeg om me eraan te herinneren dat ik al een poos niets van me had laten horen. Niet helemaal waar, maar inderdaad, het is alweer anderhalve maand geleden sinds het laatste bericht. De tijd vliegt: hier een korte update (en een lange voor wie geïnteresseerd is in Massaai).

Het onderzoek gaat goed. Deze week beginnen we met de laatste ronde interviews, bloedmonsters en informatie over pil inname die ik voor mijn afstudeeronderzoek zal gebruiken. Met nog 5,5 week in Tanzania gaat dat waarschijnlijk allemaal wel op tijd lukken. De statistische analyses zijn een ander, nogal ingewikkeld, verhaal…

De laatste tijd heb ik ook de nodige leuke dingen gedaan. Ik ben een weekend naar Mto wa Mbu geweest om te leren over de Massaai (zie hieronder een uitgebreid verslag) en om tussen de giraffen, zebra’s en gnoes te fietsen aan de oever van Lake Manyara, een van de vele nationale parken in Tanzania. Een bijzondere en onvergetelijke ervaring.

Afgelopen week heb ik doorgebracht op Zanzibar, een eiland voor de Tanzaniaanse kust dat bekend staat om zijn prachtige stranden en kruiden. Heerlijk gewandeld, gezwommen, gesnorkeld tussen vissen met alle kleuren van de regenboog, gezeild in een lokale boot, gelezen, gefietst, gekookt met lokale vrouwen, kruiden zien groeien, verdwaald in de smalle straatjes van Stonetown, octopus geproefd (ja, ik weet het, past niet in een vegetarisch dieet), dorpjes bekeken, gezien hoe vrouwen zeewier verbouwen en mijn Swahili geoefend met de enorm vriendelijke bevolking. Heerlijk om even helemaal weg te zijn, niet te hoeven denken aan werken, afstuderen en toekomst na afstuderen :).

Bekijk vooral de foto’s, onder het motto dat een beeld meer zegt dan duizend woorden (moet je horen wie het zegt…)

Voor de geïnteresseerde lezer, over de Massaai:
Het kleine dorp, dat normaal gesproken uitgestorven is, gonst vandaag van de activiteit. Massaai uit de weide omgeving komen hier om koeien, schapen en geiten te kopen en te verkopen, honingbier en bananenbier te drinken, vlees te eten en te socializen.

Vrouwen zitten achter nette stapeltjes groente en fruit of hebben kanga’s en vitenges, de stoffen waarmee de vrouwen zich kleden, als torentjes gevouwen voor zich op de grond staan. Mannen beheren de slordige bergen met tweedehands schoenen en kleren. Terwijl ik tussen de uitgestalde waren doorloop en mijn best doe om de waren niet smerig te maken met mijn lompe bergschoenen waaraan een dikke laag modder kleeft, grijpt een oude massaai vrouw mijn hand. Haar ogen stralen in haar gezicht en ze begint opgewonden tegen me te praten. Ik begrijp geen woord van wat ze zegt, maar gewoon daar staan lijkt genoeg te zijn.

De geit hangt aan de achterpoten aan de boom. De huid ligt een eindje verderop op het gras. Met uiterste precisie ontleedt de man het pas geslachte dier. Het is niet zo’n misselijkmakend gezicht dan ik had gedacht. De geit wordt met zorg geslacht en zijn vlees zal, net als dat van zijn onfortuinlijke soortgenootjes, als een soort vlieger op stokken worden gespannen die als een cirkel om het vuur in de grond worden gestoken om te roosteren. De vuurtjes branden in hutten van takken, karton en plastic waar vooral mannen zich tegoed doen aan het vers geroosterde vlees. Vlees, melk en bloed zijn de belangrijkste voedingsmiddelen van de masaai. ‘Maar bloed wordt niet zomaar gedronken, toch?’ vraag ik me vertwijfeld af. ‘Vooral bij speciale gelegenheden wanneer iemand bijvoorbeeld bloed verloren heeft, zoals bij een bevalling of besnijdenis, wordt bloed gedronken. Of in tijden van grote droogte, zodat de mensen kunnen overleven. We nemen een of twee liter bloed van een koe per keer.’

Mannen hebben zich verzameld rond grote emmers bananen- en honingbier onder lage plastic zeilen die over stokken zijn gespannen die rechtop in de grond staan. Het bier vloeit rijkelijk in de grote plastic bekers. De mannen zijn, net als de vrouwen, gekleed in donker rode en blauwe al dan niet geruite kleden die ze zo kunstig om zich heen hebben gewikkeld dat het blijft zitten en dat het er zelfs comfortabel uit ziet. Ook sommige mannen hebben ver uitgerekte oorlellen. De mannen zijn onafscheidelijk van hun stok. Het is een soort herdersstaf in verschillende soorten en maten die ze geen moment uit het oog verliezen. Ook niet als ze (meer dan) een biertje drinken. Of wanneer ze op de fiets zitten. Of met de daladala reizen.

Rond Mto wa Mbu leven veel verschillende stammen vreedzaam samen. Dat is wel anders geweest herinnert mijn gids zich. ‘De massaai vonden dat zij de enigen waren die koeien mochten hebben en gingen koeien roven bij andere stammen die ook koeien hadden’, vertelt hij, ‘maar de laatste tijd is het rustig en leven de stammen weer vreedzaam samen.’

De ronde hutten staat in kleine groepjes bij elkaar. De geraamtes van takken zijn opgevuld met een mengsel van aarde en koeienpoep en de daken zijn bedekt met olifantengras. Het bouwen van de hutten is vrouwenwerk. De moeder van de eerste vrouw bouwt de eerste hut en daarna moet elke vrouw de hut voor de volgende vrouw maken.

Bij de waterput zijn een paar vrouwen bezig water te halen. Een van hen komt naar Toya toe en buigt haar hoofd naar hem toe om door hem begroet te worden door het aanraken van haar voorhoofd. Ze wisselen een paar woorden en gaat ons dan voor naar haar huis. Terloops neem ik haar op. Ze is klein van stuk en gekleed in een simpele blauwe en paarse doek. Anders dan de massaai vrouwen op de markt, is ze niet behangen met sieraden en heeft ook geen uitgelubberde oorlellen. Met haar vijftien jaar is ze eigenlijk nog een kind. ‘Ze is de eerste vrouw van haar man’, legt haar broer uit, ‘en ze heeft nog geen kinderen gekregen. Maar dat kan elk moment veranderen’.

Ze deelt de hut, die haar moeder voor haar gebouwd heeft, met haar man. De smalle ingang komt uit op een klein gangetje. Door een nog nauwere opening, waar ik me met mijn rugzak met moeite doorheen wurm, komen we de hoofdruimte binnen. Binnen is het donker. Alleen een paar kleine gaten op heuphoogte laten een beetje licht door. Een paar stenen en wat as in het midden van de ruimte markeren de kookplaats. De kleine gaten in de muur zijn de enige ventilatie. Nu verschijnen twee nieuwsgierige ogen en een wipneus voor een van de gaten om stiekem gade te slaan wat er binnen gebeurd. Als mijn ogen aan het duister gewends zijn, kan ik de twee kleinere ruimtes die gedeeltelijk zijn afgescheiden van de hoofdruimte onderscheiden. In elke kniehoge ruimte ligt bij wijze van matras of deken een koeienvel. ‘Kijk, hier slaapt de man’, vertelt Toya terwijl hij op een van de ruimtes wijst, ‘en daar in de andere ruimte slaapt de vrouw met de kinderen. En als er teveel kinderen zijn en het te druk wordt, kan er een hut voor de kinderen gemaakt worden’. De aardse bezittingen beperken zich tot een paar potten, bekers, borden en een langwerpige holle kalebas om melk mee te nemen zijn netjes op ooghoogte op een uitstulping in de hut gerangschikt.

De kleinere hutten in de cirkel zijn voor de geiten. De grote, van takken gemaakte, omheining is leeg. ‘De koeien zijn nu in het veld en kunnen maanden wegblijven,’ legt Toya uit als ik ernaar vraag. De grotere hutten in de cirkel zijn van de een bevriende man en zijn vrouwen. Elke nieuwe vrouw krijgt een eigen hut die haar voorgangster voor haar maakt. ‘Mijn vader heeft zes vrouwen,’ zegt Toya, ‘en elke vrouw heeft zes of zeven kinderen’. Plotseling begrijp ik dat het waar is dat hij iedereen zijn broer of zus lijkt te noemen. Wat ik af had gedaan als een vertaal foutje, een uitdrukking voor iedereen die je kent of waarmee je bevriend bent, blijkt echt over bloedverwantschap te gaan. Als er nog eenenveertig broers en zussen rondlopen, is het niet zo vreemd dat we er in een rondje over de markt een stuk of tien tegen zijn gekomen. ‘In die tijd had mijn vader tweeduizend koeien’ gaat Toya onverstoorbaar verder, ‘en een vrouw kost vijftien koeien’. ‘Wat zouden de vrouwen daarvan vinden?’ vraag ik me af, ‘en wat vinden de mannen van monogamie?’ Ik kan me maar moeilijk voorstellen dat de oude man met de grijzende haren die een beetje krom loopt van ouderdom er zes vrouwen op na houdt en bergen kinderen heeft. De ogen van de vrouw begonnen te schitteren toen ze mij met haar zoon aan zag komen. ‘Ze vraagt met af waar ik je vandaan heb gehaald en ze denkt dat we gaan trouwen’ zegt Toya tegen me. Ik weet niet of ik moet lachen of geschokt moet zijn. ‘Ik ben hem op de markt tegen gekomen’, leg ik uit en zeg maar niet dat hij de hele tijd beweert mij op de markt ‘te hebben gevonden’ wat impliceert dat ik geen eigen wil heb en alles met me laat doen.

Rond de hutten scharrelen een paar kinderen met vliegen bedekte gezichtjes en in vuile kleren rond. De kleintjes zijn nog niet gebrandmerkt zoals veel van de volwassen massai wel zijn. De ouderen hebben op elke wang een teken dat laat zien dat ze massai zijn. ‘Ik weet nog dat het verschrikkelijk pijn deed,’ herinnert Toya zich. ‘Maar het is ook nuttig, want dan gaan de vliegen naar de wangen en niet naar de ogen.’ ‘Wat een geluk’, denk ik cynisch terwijl ik medelijdend naar het kind kijk dat niet eens de moeite meer neemt om de vliegen weg te jagen.

Het gebit van de kleintjes is ook nog intact. Toya heeft een gapend gat in zijn onderkaak waar ooit, tot zijn tiende, twee tanden zaten. ‘Door dat gat kan melk naar binnen gegoten worden als ik erg ziek ben’ legt hij uit. ‘En het is mooi’ vul ik aan met mijn boekenkennis, maar hier is Toya niet zo stellig over. ‘Het is mooi,’ geeft hij toe, ‘maar ik weet nog niet of ik het ook bij mijn zoon laat doen, want het is wel erg pijnlijk’. Ik kijk nog eens naar de kinderen: Zouden zij de eerste generatie massai zijn die met een volledig gebit oud worden? Of zullen zij ook de marteling van het trekken van gezonde tanden moeten ondergaan?

‘En hoe zit het met besnijdenis?’ vraag ik terloops als we terug lopen. ‘Jongens worden besneden en daarna gaan ze een poos, misschien een paar maanden, naar een bushcamp om te leren over kruiden enzo.’ ‘Maar hoeven de jongens dan niet naar school?’ ‘De jongens die naar school gaan, gaan na schooltijd naar het bushcamp’, legt Toya uit, ‘ze gaan van het bushcamp naar school naar het bushcamp. In het bushcamp moeten de jongens zwarte kleren dragen, maar op school mogen ze gewone uniformen aan.’ ‘En de meisjes?’ vraag ik, ‘hoe zit het daarmee?’ ‘Die worden ook besneden’ zegt hij terwijl hij mij een blik werpt die een mengeling is van trots en begeerte. ‘En jij,’ gaat hij verder, ‘jij bent zeker niet besneden?’ ‘Nee, ik ben niet besneden’ antwoord ik timide en laat mijn mening over vrouwenbesnijdenis achterwege.

Het is nog niet zo lang geleden dat de massai niet naar school gingen. ‘Dan werden de kinderen verstopt als er een auto aan kwam,’ herinnert Toya zich, ‘want de ouders wisten wel dat de kinderen dan naar een missieschool gestuurd zouden worden’. Tegenwoordig is dat aan het veranderen. Ook massai kinderen gaan vaker naar school en studeren vaak verder. ‘Het is belangrijk om naar school te gaan en een beetje mee te veranderen met de wereld’, volgens Toya, ‘we kunnen niet stug vasthouden aan onze eigen cultuur. We moeten leven in de wereld van nu’.

  • 15 Juni 2010 - 10:16

    Germ Anne:

    Ik heb me altijd afgevraagd hoe het nu zit in landen waar een man meerdere vrouwen kan hebben: is er een overschot aan vrouwen of zijn vijf de zes mannen vrijgezel?

  • 15 Juni 2010 - 11:19

    Rixt:

    he Teuntje!
    Moai ferhaal wer. Ik krij al hielendal nocht om richting Tanzania te gean. Snein gean ik dy kant út. Miskien dat we mekoar noch tsjinkomme ;)

  • 15 Juni 2010 - 12:30

    Sjouke:

    Wauw... hele mooie foto's :-) zeer indrukwekkend! Dat weekje er tussenuit moet ongetwijfeld genoeg energie geven om die laatste fase succesvol af te ronden!

    Leafs,
    Sjouke

  • 15 Juni 2010 - 13:37

    Nicolien:

    Zo wat een mooie foto's weer!!:) Echt geweldig!
    Ik durf nooit foto's te nemen, hoe doe je dat toch altijd?
    Ook een mooi verhaal; wat mooi dat je een tijdje bij de Masai bent geweest! Hopelijk heb je ook een heerlijke vakantie gehad!

    xx

  • 15 Juni 2010 - 13:47

    Jorieke:

    Hey meis,

    Wat een mooi verhaal over de masaai, tja, zo zijn dingen die voor ons normaal zijn voor hun gek en andersom.

    Heerlijk ook om die foto's van zanzibar te zien en te denken, daar ga ik ook nog heen! Kom door jouw foto's al helemaal in vakantie stemming.

    hopelijk tot ziens ergens in Tanzania!

    Liefs, Jorieke

  • 17 Juni 2010 - 11:54

    Pauline:

    Hoi Teuntje,

    Wat heb je weer een hoop meegemaakt. Hoop dat je lekker van je vakantie weekje hebt genoten zodat je nog even vol energie aan het werk kan gaan. De foto's zijn ook echt geweldig, dat wordt weer een mooi fotoboek!

    Succes nog met de laatste loodjes!

    Liefs,
    Pauline

  • 18 Juni 2010 - 18:41

    Marieke B:

    Hoi,

    Wat een belevenissen weer en wat een mooi foto's zeg!
    Veel suc6 nog de laatste weken met de afronding daar en geniet er nog even van.

    liefs,
    Marieke

  • 24 Juni 2010 - 16:31

    Nicolien:

    Jo Teuntje!

    Je bent vergeten je reisdata aan te passen... volgens de website ben je namelijk over een week weer thuis! Arme ouders; besluit ze zomaar een paar weken langer te blijven!! :P

    Geniet er nog even van!! Want de tijd gaat zo snel!! Ik kwam er gister achter dat ik over 2 maanden ook alweer naar huis ga en m'n begeleidster nog helemaal niet op de hoogte had gebracht... gister dus maar snel gedaan, want er was stiekum al een hoop verandert: ik zit nl op een hele ander plek en werk voor een heel ander deel vd organisatie dan ik vantevoren wist/gezegd had ;)

    xnic

    ps. volgens mij had ik beter kunnen mailen..het bericht wordt te lang ;)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Teuntje

Voor de master international development studies aan Wageningen Universiteit zal ik ongeveer vier maanden stage lopen bij Dorcas. Het grootste deel van de tijd zal ik doorbrengen bij de projecten die zij doen in Zuid Afrika. Ik zal me bezighouden met projecten over HIV/AIDS en het communicatiemateriaal dat daarbij gebruikt wordt.

Actief sinds 30 Maart 2008
Verslag gelezen: 1251
Totaal aantal bezoekers 36055

Voorgaande reizen:

24 Februari 2014 - 24 Februari 2014

Werken in Zuid Soedan

16 Februari 2010 - 23 Juli 2010

Weer naar Afrika

23 Augustus 2008 - 14 December 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: