Babati: impressies van een weekend 'uit' - Reisverslag uit Moshi, Tanzania van Teuntje Glee - WaarBenJij.nu Babati: impressies van een weekend 'uit' - Reisverslag uit Moshi, Tanzania van Teuntje Glee - WaarBenJij.nu

Babati: impressies van een weekend 'uit'

Door: Teuntje

Blijf op de hoogte en volg Teuntje

05 Mei 2010 | Tanzania, Moshi

Natuurlijk werk ik nog hard (het veldwerk gaat redelijk voorspoedig en dinsdag hopen we de eerste follow-up ronde af te sluiten), leer ik nog Swahili (zo af en toe een woord en bij de ‘noun-classes’ begin ik af te haken), regent het nog (elke ochtend verlaat ik het huis in met mijn ‘regen-uitrusting’ van laarzen, paraplu, jas en regenbroek en sop ik naar kantoor), kook en bak ik er nog vrolijk op los (Michelle, bedankt voor je recepten :)) en… Nou ja, eigenlijk gaat mijn leven hier zijn gewone gangetje, met af en toe een leuk uitstapje. Zoals twee weken geleden een lang weekend naar Babati. Waarheen? Babati dus, een klein stadje aan de ‘dirtroad’ naar Dodoma.

Mijn reisgids beloofde een ‘levendig marktstadje in een vruchtbare vallei’. Beboste heuvels, maïsvelden, zonnebloemen, voor de productie van olie, en akkers waar groenten worden verbouwd omringen het stadje. En Lake Babati is de kers op de taart. Een langgerekt meer tussen de groene heuvels waar vissers in traditionele boten van uitgeholde boomstammen vissen, vrouwen de was doen, jongens vissen, koeien drinken en nijlpaarden luieren.
‘Goodmorning teacher!’ roepen de kinderen terwijl ze lachend op me af komen rennen en aan mijn armen gaan hangen. Het is duidelijk dat deze kinderen alleen ’s ochtends naar school gaan en behalve tegen de leraar, nooit tegen iemand anders ‘goedemorgen’ hoeven te zeggen. Lachend en druk kwebbelend in het Swahili lopen ze met me mee. Mijn eigen fanclub. En ik heb niet eens wat gedaan.
Winkeltjes met kangas en vitenges rijgen zich aaneen in het piepkleine centrum van het stadje. Net buiten het centrum, voorbij de markt waar een beperkte hoeveelheid groenten en fruit te krijgen is, is het lokale eten op straat te krijgen. Op een klein houten tafeltje staat één doorzichtige emmer. Soms staat de emmer onbeheerd op straat en is de eigenaresse in geen velden of wegen te bekennen. De andere keer heeft moeders zich met al haar kroost om de emmer heen geschaard. Als ik op straat een snack koop blijven vrouwen die een grote teil sinaasappelen op hun hoofd dragen staan. Geïnteresseerd en ongegeneerd slaan ze de mzungu gade die op straat het lokale eten koopt.
Het stadje is rood. Of beter gezegd, behalve de grond zijn ook de huizen rood. De bakstenen worden gemaakt van een mengsel van aarde en water, waardoor de huizen net zo rood zijn als de aarde. Veel huizen zijn nog in aanbouw. Zonder dak en zonder ramen zien ze er kaal en spookachtig uit. ‘Tot zover is het goedkoop om een huis te bouwen,’ legt mijn gids Deo uit, ‘maar de afwerking, zoals deuren en ramen, zijn duur. Daarom kan de afwerking wel twee jaar duren.’ Aan de afmetingen van de bomen en struiken in de toekomstige woon- en slaapkamers te beoordelen, vraag ik me af of twee jaar geen understatement is.

Tussen de pompoenplanten en sinaasappelbomen door, bereik ik de kleine boerderij die omgeven wordt met bananenbomen. Een paar geiten knabbelen vrolijk aan de groene takken in hun verblijf. De vier koeien staan vastgebonden in hun verblijf dat van een paar planken is gemaakt. Drie maal daags worden ze gemolken. Even verderop staan een paar kalveren in een, al even provisorisch, onderkomen. De boer zal deze kalveren verzorgen tot ze ook groot genoeg zijn om melk te geven. ‘Dit is een gemiddelde boerderij in deze streek’, volgens Deo.

Over ruime en lommerijke weggetjes komen we aan in het centrum van het dorpje, wat bestaat uit een paar winkeltjes, een grote boom waaronder kinderen aan het spelen zijn en een verkoper die broeken en shirts uitgestald heeft. ‘Hij heeft misschien één klant in twee dagen tijd’ aldus de gids.
Voor het restaurantje, dat niet meer is dan een betonnen hok met een houten bankje langs een muur, hebben we twee stoelen neergezet om te lunchen. Na lang aandringen mochten we dan toch de stoelen buiten neerzetten. Later legt Deo uit dat de mensen in het dorp geloven dat het slecht is voor je maag als anderen je zien eten. ‘Maar voor mij maakt het niet uit hoor’, voegt hij eraan toe. ‘Dat geloof gaat langzaam weg als je langer in de stad woont.’
In een kleine ruimte even verderop staan een paar houten banken. Er wordt een film gedraaid. Een Indiase film die in het Swahili ‘ondertitelt’ wordt in de trant van ‘nu heeft Piet ruzie met Klaas’ en ‘nu moet Klaas huilen’. Voor drie eurocent mag je naar binnen. Buiten verdringen kinderen zich voor de deur om een glimp op te kunnen vangen van de film waar ze niet voor kunnen betalen. Binnen is het, op twee mensen na, leeg.

Onbeweeglijk staren twee paar ogen mij aan. Twee kinderen met uitgestreken gezichten waarvan geen emotie af is te lezen staan mij op te nemen. De kinderen lijken niet te kunnen beslissen wat ze moeten doen: huilen, hard wegrennen of lachen. Dan verschuilt de kleinste zich achter de grotere, bij hem lijkt de angst het gewonnen te hebben van de nieuwsgierigheid. Ik kan geen van beiden ertoe verleiden om de foto te bekijken die ik van ze heb gemaakt. Als ik het kleine gezichtje zie vertrekken in een grimas die een angstige huilbui aankondigt, besluit ik me haastig uit de voeten te maken. Dat wil ‘de grote mzungu’ niet op haar geweten hebben.

In de verbazend stabiele uitgeholde boomstam, installeer ik me in het midden op een houten bankje en krijg ik een peddel in mijn handen gedrukt. Samen met de visser, waarvan de naam me alweer is ontschoten, roei ik over het meer. De stukjes piepschuim die tussen de waterplanten op het water drijven markeren de plaats waar het visnet in het water ligt. De visser haalt het lege net met grote gaten omhoog en trekt een ernstig gezicht. ‘Er is een nijlpaard door het net gezwommen en nu is het stuk’ legt hij uit en laat mismoedig het net weer zakken. Een andere visser heeft meer geluk. In de punt van zijn boot liggen drie visjes op de netten, netjes aan elkaar gebonden met de dunne stengels van een waterplant. In de oranje gloed van de namiddag zitten twee mannen aan de oever van het meer geconcentreerd de gaten in de visnetten te repareren. In alle rust zitten ze daar samen te werken. Twee jongens zijn aan het hengelen in het ondiepe water tussen de begroeiing. De blote jongens rennen lachend dieper het water in als ze zien dat ik ze gade sla. Even verderop drijft een herder zijn kudde koeien het water in voor een fris voetenbad en om te drinken.

‘Heb je een vriend?’ is niet direct de eerste vraag die ik verwachtte van een jongen die brood verkoopt aan reizigers. Ik moet dan ook even over een antwoord nadenken. Natuurlijk weet ik dat ik geen vriend heb, maar moet ik dat hem vertellen? ‘Ja’, besluit ik, ‘ik ben getrouwd’ en laat hem de ring zien die ik aan de ringvinger van mijn linkerhand draag. Magda, mijn huisgenootje, heeft een oude trouwring van haar moeder gekregen om ongewenste mannen op afstand te houden. Ik weet niet hoe zij het voor elkaar krijgt, maar ondanks mijn ‘ik ben getrouwd’ leugentje om bestwil, kom ik niet van de jongen af voordat de bus langzaam het station uitrijdt. ‘Maar je hebt toch een ‘best friend’ in Tanzania nodig. Of niet soms?’ probeert hij mij te overtuigen. Een ongelovige uitdrukking verschijnt op zijn gezicht als ik hem vertel dat ik geen behoefte heb aan een lokale ‘best friend’ en dat ik trouw ben aan mijn denkbeeldige echtgenoot. ‘Maar wie weet wat hij thuis allemaal uitspookt’ werpt hij tegen. ‘Ik vertrouw hem en zo vertrouwt hij ook mij,’ leg ik uit. ‘Mag ik dan in ieder geval je nummer, voor het geval je je bedenkt?’ doet hij een laatste poging als de bus begint te rijden. ‘Dat lijkt me niet zo’n goed idee.’ Spijtig kijkt hij mij na. Als het nog langer had geduurd was ik bijna gaan geloven dat ik echt getrouwd was.

(Ps. Voor die enkeling die ernaar uitziet dat ik weer met beide benen op Nederlandse bodem land: ik kom op 23 juli terug in plaats van op 1 juli)

  • 05 Mei 2010 - 15:00

    Marjanne:

    Ha Teun!

    Ook al zo'n last van lokale vrienden:) Zorgt er iig voor dat je je niet eenzaam voelt. Volgens mij voldeed je uitje aan de verwachtingen? Het klinkt allemaal erg vredig! Veel moois daar!

  • 05 Mei 2010 - 18:24

    Geartsje:

    Heej Teun!

    Wauw, wat een verhaal met die jongen zeg! Was ie niet zo leuk?;) Had wel een spannend verhaal geweest; een verre liefde:P Maar een Nederlandse knul lijkt me toch beter hoor ;) Scheelt een hoop gedoe haha. Leugentje om bestwil moet kunnen dan.

    xxx Geart

  • 05 Mei 2010 - 18:40

    Erna:

    Hej Teuntje!

    Wat een mooi verhaal weer! :) Echt super leuk om te lezen. Ik hoop dat je nog een mooie tijd hebt daar komende maanden! (Je bent net op tijd terug voor mn verjaardag :P)

    Groetjes uit Joure

  • 06 Mei 2010 - 08:20

    Maa*ke:

    Hey Teuntje!

    Leuk hjer watst belibbest. Soe de ring mar omhalde ;) De foto's binne echt super moai. Nou en der binne fast mear as 'in enkeling' dyt der nei utsjocht datst wer weromkomst!

    Hou je goed,

    Knuffel, Maaike*

  • 06 Mei 2010 - 10:08

    Hieke:

    Heejj Teun!!

    Leuk om weer een verhaal van je te lezen! en mooie foto's ook...! Nog een hele leuke tijd toegewenst daar!

    groetjes Hiek!

  • 06 Mei 2010 - 13:33

    Nicolien:

    Jo Teuntje!

    Wauw, toe maar, knoop er nog maar weer een kleine maand aan vast! Maar dat is vast een goed teken:) Het klinkt ook allemaal goed daar:)

    Nu ik zelf net ben aangekomen in Haiti vind ik het helemaal knap hoe je je red in een land waarvan je de taal niet spreekt.. Is toch wel lastig hoor! Hier spreekb bijna niemand het Frans dat bij mij ook nog verre van vloeiend is.. en het creools is toch weer heel anders.. dus hopelijk ga ik me net zo goed redden als jij:) De mensen hier zijn iig ook erg vriendelijk:)

  • 07 Mei 2010 - 10:32

    Jorieke:

    Hey Teuntje,

    Leuk, zulke excursies! En dus ook nog samen met een gids, luxe hoor ;-)

    dikke zoen

  • 23 Mei 2010 - 12:21

    Goke:

    Leuk om in je verhalen (heel herkenbaar!!) te lezen dat je steeds weer nieuwe stukjes 'TZ' cultuur leert kennen, en leuk om op je fietsfoto's te zien dat de mais goed groeit :-) Geniet ervan!!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Teuntje

Voor de master international development studies aan Wageningen Universiteit zal ik ongeveer vier maanden stage lopen bij Dorcas. Het grootste deel van de tijd zal ik doorbrengen bij de projecten die zij doen in Zuid Afrika. Ik zal me bezighouden met projecten over HIV/AIDS en het communicatiemateriaal dat daarbij gebruikt wordt.

Actief sinds 30 Maart 2008
Verslag gelezen: 279
Totaal aantal bezoekers 36058

Voorgaande reizen:

24 Februari 2014 - 24 Februari 2014

Werken in Zuid Soedan

16 Februari 2010 - 23 Juli 2010

Weer naar Afrika

23 Augustus 2008 - 14 December 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: