Water wereld
Door: Teuntje
Blijf op de hoogte en volg Teuntje
06 Oktober 2014 | Tanzania, Moshi
De tocht per auto eindigt wanneer we aankomen bij de rivier. Er is geen twijfel mogelijk, maar deze rivier is niet meer over te steken. We laden de auto’s uit op de oever, en betalen een belachelijk hoge prijs om onze spullen naar de overkant te vervoeren. De lokale boomstam-boten-uitbaters varen er letterlijk wel bij. Onze eigen oversteek zit bij de prijs inbegrepen. Ik wil liever zwemmen. De boomstam ziet er niet erg aantrekkelijk en stabiel uit. Als ik later hoor dat er krokodillen in de rivier zitten, ben ik toch een beetje blij dat de lokalen een stokje hebben gestoken voor mijn zwem-initiatief.
Aan de overkant begint het avontuur pas echt. Daar worden een paar fietsen uit het jaar nul zwaarbeladen met onze voorraden rijst, water, brandstof voor de generator, ‘saving boxes’ en slaapspullen. De rest van de spullen dragen we zelf. Mariak, een lokale collega, neemt de schotel voor het internet op zijn hoofd. ‘Dat heb ik over voor ons internet’ glundert hij. Hij zal nog dagen met een pijnlijke, grote buil rondlopen. Maar inderdaad, een paar dagen later is ook het wonder geschied dat er internet is op een plek waar niet eens gebeld kan worden.
De zon begint al een beetje te zakken als de stoet vertrekt voor een voettocht van vijf uur richting Mayen Pajok, de locatie van onze compound. Het pad slingert zicht tussen de velden en de tukuls door. Sorghum, mais, en pompoenen groeien naar hartenlust. Een vrouw bekijkt de voorbijtrekkende stoet met interesse, terwijl ze de pompoenbladeren voor het avondeten klaarmaakt. Een grote lach breekt door op haar gezicht als ik haar de foto toon die ik van haar heb gemaakt. Ik geniet van die momentjes waar ik zonder woorden even contact kan maken.
Lange tijd waden we op blote voeten door het water, terwijl de zon steeds verder zakt, de schemering invalt en het daarna pikdonker is. Hand in hand met een collega zoek ik glibberend mijn weg door het modderige water. ‘Nu geen water meer’, zegt een collega als we een poosje later weer droge grond onder de voeten hebben. Wat een opluchting. Dat we nog steeds een grote afstand af te leggen hebben, doet er even niet toe. In het donker lopen we achter elkaar voort. Af en toe maak ik een grapje, deel ik brood uit, en draag ik iets voor een collega voor wie de last van de bagage even te zwaar is.
Als de zon de volgende ochtend opkomt, lijkt de uitdaging van de vorige avond en nacht lang geleden. Zelfs het tentje zonder luchtbed, en zonder eten naar bed zijn bijna vergeten. De acht broden die we in Kuajok kochten zijn toch zo gek nog niet. Bijna elke ochtend zullen we met brood ontbijten, en nog is het brood te snel op.
Doel van de hele survival tocht is om baseline informatie te verzamelen voor ons project in Akon North. Dat project richt zich op het vergroten van de voedselzekerheid in het gebied, en is een paar maanden geleden begonnen. Nu, net voor de oogsttijd, willen we bekijken wat de huidige situatie is. Dat zal helpen om over twee jaar te bepalen of onze interventie een verschil heeft gemaakt. We hebben drie verpleegkunde studenten bij ons die de mate van ondervoeding onder kinderen bepalen. Zij meten de omtrek van de bovenarm van kinderen van 6 maanden tot 5 jaar oud in de verschillende projectlocaties. Aan de hand daarvan kunnen we vaststellen wat het percentage ondervoeding is. Het blijkt dat rond twintig procent van de kinderen ondervoed is. Dat is 1 op de 5. Het lijkt alsof we een goede locatie hebben gekozen om te werken. Hopelijk is over twee jaar dat percentage sterk gedaald. Hard werken, en verder is het afwachten. Verder houden de landbouwvoorlichters enquêtes onder de bevolking, over voedselzekerheid, diversiteit van het voedsel, productie, afzetmogelijkheden.
Ik bezoek de demonstratievelden, waar mensen op een andere manier landbouw leren te doen. De zaden in rijtjes zaaien in plaats van kriskras door elkaar, nieuwe gewassen uitproberen zoals kolen. ‘Mensen weten niet hoe ze dat moeten koken, maar dat gaan we ze later leren,’ aldus een van mijn collega’s. Een van de demonstratievelden is helaas al drie keer overstroomd geweest, en ziet er niet florissant uit. De plantjes zijn nog klein. ‘We hebben een slecht stuk land gekregen, misschien dat de leiders dachten dat we de plek zouden verbeteren’ zegt de projectleider teleurgesteld. ‘Maar in de droge tijd zal straks blijken dat dit demonstratieveld het goed doet’, vervolgt hij vol vertrouwen. Het eerste water bassin, een groot gat in de grond om regenwater op te vangen, voor irrigatie van het demonstratieveld wordt op dit moment gegraven. Het harde werk en de liters zweet, moeten ervoor zorgen dat er langer in het droge seizoen water is om het veld te irrigeren.
Op de terugweg naar de ‘bewoonde wereld’ nemen we de toeristische route, die ons nog langer door het water voert. We houden een pitstop onder een boom waar het droog is, en een paar mannen met koeien rusten. Terwijl ik me te goed doe aan het overgebleven bood, wandelt een boer met koe naar de markt. Het opspattende water is nog lang te horen. Ongelooflijk hoe mensen hier tot hun knieën in het water leven. Het leven lijkt in slow motion te verlopen, waden door het water gaat langzamer dan wandelen op het droge.
Buiten het eiland is een plek waar twee jaar geleden ontheemden uit Abyei zijn opgevangen. Het leek de chief van het gebied een mooie kans om de populatie van zijn gebied uit te bereiden, iets tegen de hyena’s te doen die zich in het bos in de buurt schuil hielden. Verder boden de nieuwe vrouwen, nieuwe huwelijkskansen. De lokale gemeenschap heeft de nieuwkomers geholpen met land en kleding. De achthonderd gezinnen die eerder dit jaar uit Abyei en Bentiu zijn gekomen, zijn opgevangen door de ontheemden die al langer in het gebied wonen. Voor hen is geen extra hulp of ondersteuning geregeld. Het is mooi om te zien hoe de maiskolven hangen te drogen, en de pompoenen de tukuls overwoekeren. Helaas is de sorghum oogst niet goed, en zal het eten omstreeks februari op zijn. Hopelijk kunnen onze collega’s volgend jaar in dit gebied een verschil maken.
Onder een boom, genieten we samen met de lokale notabelen van een maaltijd. Iets met vlees en iets van sorghum. Het doet me denken aan de drilpudding die mijn moeder op zondag als lekkernij voor ons maakte, waar ik nooit fan van ben geweest. Samen in de schaduw uitrusten van het gedane werk voordat we vertrekken naar Kuajok, is het meest aangename van het moment.
-
06 Oktober 2014 - 19:01
Germ Anne:
Wat een verhaal, leuk om weer eens iets van je te lezen! -
06 Oktober 2014 - 19:09
Nicolien:
Wat een mooi bericht, echt leuk om te lezen!! Hier heb ik naar uitgekeken;) Met dit verhaal kan ik je daar namelijk helemaal voorstellen! Bijzonder hoor! x -
07 Oktober 2014 - 15:33
Jorieke :
Dat is nog eens wat anders dan survival in de ardennen! Bijzondere belevenissen zeg. Liefs, jorieke -
27 Oktober 2014 - 23:05
Els Middeldorp:
Wat een boeiend verhaal en zo goed geschreven ! Ik zou wel mee willen lopen als ik nog jong van jaren was : survival ECHT . Ongewoon eten, wordt jij daar nooit ''ziek'' van ? ingewand of maag ? Ik schaam mij voor onze luxe hier. Hou je goed. groet van Els
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley